De mensen zouden prioriteit moeten zijn

Gepubliceerd op: Thu Dec 30 11:00:00 CET 2021

Lilian Moermans-Willems is verpleegkundige en OR-lid bij het MUMC. Ook is ze vakbondsconsulent FNV Zorg en Welzijn. Zij stelt: “Ons beroep moet aantrekkelijker worden, door erin te investeren.”

Ik ben nu 33 jaar verpleegkundige. De discussies over betere arbeidsvoorwaarden in de zorg zijn niet nieuw. Maar de toon is de laatste jaren zeker feller geworden. Verpleegkundigen zien hoe in andere sectoren wél wordt geïnvesteerd en voelen weinig waardering. Ons salaris is niet hoog als je denkt aan de verantwoordelijkheden die wij hebben. Daarbij komt dat verpleegkundigen niet worden beloond naar opleidingsniveau. In het onderwijs gebeurt dit bijvoorbeeld wel. Een hbo-verpleegkundige verdient doorgaans evenveel als een mbo-verpleegkundige. Dat wringt, het klopt niet.

Niet gek dus dat er collega’s weggaan. Wij zien ze bijvoorbeeld vertrekken naar de thuiszorg, ik ken er meerdere voorbeelden van. Daar krijgen ze meer loon, meer zeggenschap over hun werk, een auto en flexibele werktijden. De werkdruk is er minder hoog. Tja, geef ze eens ongelijk.

Als je een stap wilt maken in een ziekenhuis, lever je meestal tijdelijk salaris in. Omdat je bijvoorbeeld tijdens je opleiding niet onregelmatig kunt werken en dus die toeslag misloopt. Dat kan een paar honderd euro per maand schelen. Dat is veel als je een gezin hebt en je vaste lasten moet betalen. Dan denk je wel twee keer na voordat je aan een opleiding begint. Ook als je iets extra’s op je neemt omdat je meer in de mars hebt – denk aan een verbetertraject op je afdeling – krijg je vaak niet meer betaald. Het hoort er zogenaamd bij. Dat staat mensen tegen. Het is allemaal zo schraal.

Het geld bereikt de werknemers niet
Zeggenschap – of regie – over je eigen werk is in een ziekenhuis eveneens een heet hangijzer. Er wordt veel over gesproken, maar in de praktijk komt het er niet van. Alsof het management de regie niet los durft te laten. Verpleegkundigen krijgen niet het vertrouwen om hun werk naar eigen inzicht te doen. Dat lijkt mij een cultuurkwestie. Ik pleit ervoor ons als vakvrouwen en -mannen te zien. En te bedenken waar de patiënt echt beter van wordt.

Het draait te veel om targets en protocollen. En dan heb je ook nog de inhaalzorg. Veel collega's zijn te moe om zich te bekommeren om extra opleiding of uitdaging. Daar komt op dit moment ook het wantrouwen bij: in de media wordt in twijfel getrokken hoe serieus de coronacrisis is. Dat is frustrerend, hoor. Zoiets zorgt voor ziekte en uitval. Maar niet alles komt door corona. Het was altijd al druk. Corona heeft het meer zichtbaar gemaakt. Het heeft met geld te maken, natuurlijk. Er gaat misschien meer geld naar ziekenhuizen, maar het geld bereikt de werknemers niet. Het gaat naar innovatie, huisvesting, nieuwe apparaten. Wij zien het niet. Terwijl de mensen die hier werken prioriteit zouden moeten zijn.

Vooral afhakers
En dan gaat het zeker niet alleen over een hoger loon. Er is geld nodig om de werkdruk te verlagen. Want dat is misschien wel waar het hardst om geroepen wordt: meer handen aan het bed. Den Haag moet opstaan voor de zorg. Ons beroep moet aantrekkelijker worden, door erin te investeren. Kijk waarom verpleegkundigen overstappen; wat de concurrent te bieden heeft. Denk aan flexibele werktijden. Waarom kan dat in de thuiszorg wel en in ziekenhuizen niet? Bovendien, vroeger kon het hier ook. Ik had collega's die alleen tussen zes en elf werkten. Of die tijdelijk minder gingen werken. Nu is dat allemaal heel ingewikkeld. Waarom eigenlijk?

Ik zie momenteel vooral afhakers. Ik zag op één afdeling afgelopen maanden 15 van de 40 collega's vertrekken. Er moet snel iets gebeuren, dit is een acuut probleem. Het is mooi dat er in Maastricht 45 verpleegkundigen in opleiding zijn voor de IC. Maar die komen wel van gewone verpleegafdelingen. En die moeten ook weer worden aangevuld. Ik ben bang dat over tien jaar niemand meer kan zeggen dat hij of zij 33 in dienst is. Terwijl dit een vak is waar je je hele leven met veel uitdaging en voldoening in zou kunnen werken. Laatst sprak ik een patiënt die ik 18 jaar geleden ook verpleegde. Hij vertelde dat hij zoveel had gehad aan mijn steun. Hij wist nog dat ik op de rand van zijn bed had gezeten en hem moed had in gesproken. Dat had veel voor hem betekend. Daar doe je het voor. Ik blijf nog even.

Lees de special IO magazine Wanted! online of vraag gratis een gedrukt exemplaar aan via io@vumc.nl
IO, voor opleiders in de zorg, december 2021

Gepubliceerd op: Thu Dec 30 11:00:00 CET 2021