Onderwijsontwikkeling vraagt om filosofische blik

Gepubliceerd op: Fri Feb 16 11:00:00 CET 2024

Dag twee van het HGZO-congres in maart start met een lezing van filosoof Menno de Bree. Een presentatie die waarschijnlijk wel voor wat opschudding zal zorgen. Menno heeft namelijk nogal een mening. Vooral over het zorgonderwijs. Zo vindt hij innovaties modegevoelig en te makkelijk en ondoordacht gekopieerd. En is het onderwijsveld volgens hem te weinig creatief en te kritiekloos naar zichzelf. Eh, wie denkt Menno de Bree wel niet dat ie is?

Menno heeft ruim 20 jaar ervaring als docent en onderwijsontwikkelaar in het medisch onderwijs. En niet onverdienstelijk, blijkt ook uit verschillende prijzen die hij kreeg. “Docent van het jaar en dat soort dingen.” Toch blijft hij als filosoof een beetje een vreemde eend in de zorgonderwijs-bijt waar de meesten onderwijskundige of zorgprofessional zijn. Met name de manier waarop hij kijkt naar onderwijs en onderwijsinnovaties is anders. Filosofisch. En filosofie is, zo merkt hij ook tijdens de lessen die hij geeft aan “rete-slimme” artsen, voor mensen in de zorg vaak lastig. “In de zorg domineert het instrumentele denken. Dat is een heel andere wereld.”

“Zorgonderwijsveld is te weinig creatief en te kritiekloos naar zichzelf”


Geneeskunde en geneeskunst
Maar juist die filosofische blik is nodig, vindt hij. “Zorg verlenen is namelijk niet alleen een exacte wetenschap. Naast het begrijpen van lichamen en het verrichten van onderzoek, moet je met mensen kunnen omgaan en verstandige en juiste keuzes maken. Naast geneeskunde ook geneeskunst.” Toch is het zorgonderwijs volgens hem juist wel op de kunde-manier ingericht. Te veel gericht op controle, observatiegedreven en instrumenteel. Een klimaat waarbij toetsing leidend is en waar een te grote hang is naar exact willen zijn.

Aristoteles
Ter verduidelijking haalt Menno Aristoteles aan. “Aristoteles zegt ergens: je moet praten over de dingen met een exactheid die past bij de zaak waarover je het hebt. Bij wiskunde is 1 plus 1 echt 2. Niet ‘iets van 2 of ‘ongeveer 2’. Maar op een vraag als ‘wat mag die patiënt nou van ons verwachten?’, zijn soms meerdere antwoorden mogelijk. En is er misschien niet een echt onbestreden correct. Daar dat empirisch-wiskundige model op loslaten (‘er is slechts één goed, observeerbaar antwoord’) werkt niet.”

Whoop
Naast die drang exact te willen zijn, vindt hij dat het zorgonderwijsveld intellectuele integriteit ontbeert als het gaat om het echt doordenken van onderwijsideeën en dat er een groot gebrek aan creativiteit is. Die drie dingen samen zorgen er wat hem betreft voor dat nieuwe innovaties vaak vrijwel kritiekloos, te snel en niet doordacht werden overgenomen en doorgevoerd in onderwijsprogramma’s. “Er komt weer een nieuw idee en whoop, het wordt overal overgenomen.”

Denkfout
Als voorbeeld geeft hij de introductie van CanMeds. Competentieprofielen die in eerste instantie bedoeld waren voor Canadese chirurgen, maar die vervolgens bijna klakkeloos werden overgenomen door andere specialismen, andere landen en later ook bijvoorbeeld Verpleegkunde. “Terwijl, als je logisch kijkt, en dan bedoel ik kritisch; daar zitten gewoon fouten en inconsequenties in. Neem Leiderschap. Als er leiders zijn, moeten er ook volgers zijn. Maar daar is geen profiel voor opgesteld. En het denken over ‘professionaliteit’; dat is ook helemaal ontspoord. Ik zal daar tijdens mijn lezing nog flink op ingaan.”

Ironisch
Natuurlijk is Menno niet tegen innovaties. “De wereld, de patiëntpopulatie en de zorg veranderen, dus ook het type zorgverlener moet veranderen. Bovendien houdt ontwikkeling het leuk. We zijn nieuwsgierige wezens. Maar veel innovaties zijn helemaal geen innovatie. Het is wel iets nieuws, maar het is geen verbetering.” Zo erkent hij bij de introductie van Professionaliteit als competentie de achterliggende gedachte wel, maar ziet hij als ‘pessimistisch filosoof’ vooral de ironie van de niet-geïntendeerde effecten. “Een belangrijk doel van onderwijs is dat de opleiding erachter komt of een student een geschikte attitude heeft. Maar als je gaat toetsen op professionaliteit om louter die 5 procent ongeschikten eruit te filteren, dan vraag je dus die andere 95% zich continu te bewijzen dat ze geen eikel zijn. En de ironie is dat juist die dan misschien hun interesse verliezen, afstompen en niet gestimuleerd worden om zich naar een hoger niveau toe te werken. Je wilt dus iets goeds doen, maar op zo’n stomme manier dat je het tegendeel bereikt.”

Constructief stangen
Op de vraag wat zijn toehoorders kunnen verwachten van zijn lezing lacht Menno: “Gewoon, een beetje constructief stangen. Absurde observaties delen. Kijken waar het publiek mee zit. En misschien ook wat tips geven, hoewel die van mij zelden schijnen te werken.” Voor wie van tevoren een beetje warm wil lopen, raadt hij aan alvast na te denken over de vraag wat in 2025 de innovatie zal zijn waar iedereen mee wegloopt.

HGZO 2024: (Ver)sterk zorgonderwijs

Menno de Bree is samen onderwijskundig adviseur Malou Stoffels, hoofdspreker tijdens het HGZO-congres 2024, hét congres voor docenten en opleiders in het Hoger Gezondheidsonderwijs met als thema dit jaar: ‘(Ver)sterk zorgonderwijs’.
Luister, denk en praat ook mee tijdens de inspirerende lezingen en workshops op 21 en 22 maart in het WICC in Wageningen. Kijk voor het programma op de site:

Gepubliceerd op: Fri Feb 16 11:00:00 CET 2024