Werkplekleren moet het nieuwe normaal worden

Gepubliceerd op: Mon Jan 18 09:00:00 CET 2021

Binnen nu en circa vijf jaar zal leren en ontwikkelen voor professionals binnen Amsterdam UMC idealiter voor 80 à 90 procent bestaan uit werkplekleren. Om daar te komen, is echter wel een omslag in het denken over professionaliseren nodig. In eerste instantie bij hen die het werkplekleren op een afdeling moeten realiseren, zoals teamleiders. Wessel Schulte en Ingena Visser van VUmc Academie zijn verantwoordelijk voor de implementatie van werkplekleren binnen Amsterdam UMC, teamleider AOA Bart de Jong probeerde het principe uit.

“Werkplekleren moet het nieuwe normaal worden”, zegt Ingena, geestelijk moeder van de Leer- & Ontwikkelsprint, een van de mogelijke werkvormen bij werkplekleren. “Waarbij uiteindelijk een continue cirkel van leren en ontwikkelen bestaat op een afdeling”, vult Wessel aan.

Practice what you preach
Om dat te realiseren en om, zoals Ingena zegt ‘bewustwording te creëren over dat je onbewust leert’, startte half oktober 2020 een aantal afdelingen met een traject. Hierbij is het uitgangspunt dat de teamleiders aan de slag gaan met het concept werkplekleren, ook door deels te doen, volgens de Do, Reflect & Share-methode (zie kader). Wessel: “Het zou immers raar zijn als we zeggen dat door klassikaal leren de overdracht van kennis en kunde een beperkte waarde heeft, maar dat we de teamleiders vervolgens in een klaslokaal zetten. Uiteindelijk moeten de afdelingen zelf het werkplekleren vormgeven en de omslag van traditioneel professionaliseringsonderwijs naar werkplekleren maken.” Afhankelijk van de ervaringen en feedback van teamleiders, wordt medio 2021 een aanpak gekozen, dan wel ontwikkeld, om vervolgens bij álle afdelingen het werkplekleren te implementeren.

Teamleider enthousiast
Ondertussen proberen meerdere afdelingen het werkplekleren al uit. Ook teamleider AOA Bart de Jong raakte enthousiast: Regelmatig stuur ik mensen naar een training, maar vaak vroeg ik me af: wat is nu eigenlijk het rendement? Kan het ook anders? Samen met Wessel en de praktijkopleider besloten we daarom het werkplekleren-principe uit te proberen”, zegt hij.

Informele leermomenten

Het onderwerp werd de ABCDE-methode; de werkvorm was een informele, waarbij het team elkaar onderling ‘onderwees’. Hierbij werd een aantal verpleegkundigen die de vervolgopleiding tot AOA-verpleegkundige hadden gevolgd en reeds getraind waren in de ABCDE-methode, als ambassadeur ingezet. Door elkaar (spontaan) te bevragen over de theorie of een casuïstiek, gezamenlijk de ABCDE toe te passen in patiëntsituaties of door de overdrachtsmomenten van SEH naar AOA, ontstonden de leermomenten vanzelf.

Leercirkel rond
Ook werd besloten om te toetsen middels een werkplekassessment. Wessel: “Hiermee reflecteer je zonder oordeel, komt iemand tot nieuwe inzichten of merkt hij waaraan nog gewerkt moet worden.” Een mooie bijkomstigheid is dat je door zo’n assessment indirect didactische vaardigheden meegeeft. Namelijk hoe je door het stellen van open vragen een ander laat nadenken, tot inzicht laat komen en uitdaagt om verder te leren. Zo is de leercirkel rond.

Corona

“We waren goed op weg en eigenlijk al toe aan die toetsing”, zegt Bart, “maar toen kwam corona en verhuisde ons hele team tijdelijk naar de IC.” Daarmee kwam het project werkplekleren min of meer stil te liggen. Hoewel… “Ook daar waren ze voortdurend bezig met de ABCDE-methode en dus eigenlijk aan het leren.” Op dit moment onderzoeken Bart en Wessel hoe ze het project een nieuwe impuls kunnen geven en alsnog kunnen toetsen.

Toegevoegde waarde
Ook zonder ‘bewijs’ van de toetsing is Bart ervan overtuigd dat werkplekleren van toegevoegde waarde is: “De integratie van theorie en praktijk blijft beter hangen als het daadwerkelijk op de werkvloer gebeurt.” “Omdat je”, vult Wessel aan, “terwijl je bezig bent, de vraagstukken oplost waar je op dat moment tegenaan loopt.”

De kort-door-de-bocht definitie en voordelen van werkplekleren

Werkplekleren betekent bijleren en vaardigheden verbeteren terwijl je gewoon aan het werk bent. Dat is effectiever dan traditioneel (lees: klassikaal) leren, waarbij na drie dagen 80% van de overgedragen kennis en kunde alweer verdwijnt, en het is efficiënter. Het kost immers minder tijd. Het uitgangspunt van werkplekleren is leren door te doen, te reflecteren en te delen door praten, ervaringen uitwisselen en feedback geven. Zowel op individueel als op groepsniveau en vraaggestuurd in plaats van aanbodgestuurd.

Please Do, Reflect & Share

Er worden twee aanpakken uitgeprobeerd, een PDCA-aanpak en een aanpak op basis van het werk-leermodel Do, Reflect & Share. Het verschil tussen beide aanpakken zit hem in de mate van voorbereiding. Volgens het werk-leermodel gaat men direct van start door aan de slag te gaan met een Leer & Ontwikkelsprint. Ingena: “Een praktische werkvorm waarmee je op organische wijze het leren & ontwikkelen op de werkvloer vorm kunt geven. Je leert door eerst te doen en vervolgens te reflecteren en te delen waardoor je samen tot nieuwe inzichten komt en elkaar verrijkt.” Bij de PDCA- methode werken deelnemers ook volgens dit principe, maar maken zij vooraf een plan van aanpak. Wessel: “We vragen hen doelen te formuleren en na te denken over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat hun medewerkers het eigenaarschap pakken om deze doelen te realiseren en hoe zij hen daarin begeleiden en praktisch kunnen vormgeven. Daarna gaan ze ‘doen’. Onder onze begeleiding.”


Lees alles over nieuwe manieren van onderwijs en leren in een veranderde wereld in het
VUmc Academie magazine "Uit je comfortzone"

Gepubliceerd op: Mon Jan 18 09:00:00 CET 2021