MS-Connect: Hersennetwerken verbinden met progressie bij MS

Gepubliceerd op: Wed May 27 14:37:00 CEST 2020

Sommige mensen met MS ervaren een snelle achteruitgang in motoriek en cognitie (klinische progressie), terwijl anderen juist lang stabiel blijven. In het project MS-Connect wordt onderzocht  hoe hersennetwerken bij mensen met MS veranderen gedurende het verloop van hun ziekte, om klinische progressie beter te begrijpen en voorspellen. Menno Schoonheim heeft samen met Jeroen Geurts voor dit onderzoek een Eurostars beurs ontvangen voor drie jaar.

Schoonheim onderzoekt de connectiviteit van het brein bij MS met  hersenscans, ofwel hij bekijkt hoe hersengebieden met elkaar praten en verbonden zijn. Voor dit onderzoek wordt data van het Amsterdam MS cohort bekeken. Bij dit cohort is over een periode van ruim tien jaar informatie verzameld bij 300 mensen met MS, met op meerdere momenten MRI- en magnetoencefalografie (MEG) scans, en informatie over motoriek en cognitie. De progressie van de ziekte en de MRI-beelden op de verschillende momenten kunnen zo goed met elkaar vergeleken worden.

Software om progressie te meten

Het bedrijf Biomax maakt software waarmee berekeningen kunnen worden uitgevoerd op netwerk data verkregen uit hersenscans. De software wordt in MS-Connect door Schoonheim gebruikt om hersennetwerkonderzoek te doen op data van het Amsterdam MS cohort.  Vervolgens wordt duidelijk welke MRI-maten het beste gebruikt kunnen worden om invaliditeit en cognitieve achteruitgang bij mensen met MS te volgen. Daarnaast wordt in het project nauw samengewerkt met het MS centrum in Basel, waar de resultaten zullen worden gevalideerd. Uiteindelijk is het doel om MRI-maten te identificeren waarmee het verloop van de ziekte beter begrepen en zelfs voorspeld kan worden.

Eurostars is een Europees innovatieprogramma en een initiatief van EUREKA en de Europese Commissie.

Gepubliceerd op: Wed May 27 14:37:00 CEST 2020