Tumor van de mondkeelholte (orofarynx)

Orofarynxtumoren gaan uit van het slijmvlies van de mondkeelholte. De mondkeelholte wordt gevormd door het zachte gehemelte, de amandelregio en de basis van de tong.

Wat is de oorzaak van mondkeelholtekanker?

Mondkeelholtekanker komt meestal voor bij mannen van middelbare en oudere leeftijd. Risicofactoren zijn roken en (overmatig) alcoholgebruik. Ook infecties met het humaan papilloma virus (HPV) kunnen een rol spelen.

Mondkeelholtekanker is niet erfelijk, maar de kans op het krijgen van een tumor in de mondkeelholte is groter bij mensen die familieleden met mondkeelholte-, slokdarm- of longkanker hebben. Het is daarom voor familieleden belangrijk roken en alcoholgebruik te stoppen of zo veel mogelijk te beperken.

Welke klachten horen bij mondkeelholtekanker?

De klachten die mensen met mondkeelholtekanker vaak hebben zijn divers:

  • een niet-genezend wondje of zweertje in de keel, op het zachte verhemelte of amandelregio
  • pijnklachten in de mondkeelholte
  • uitstralende pijn vanuit de keel naar het oor
  • veranderingen bij slikken
  • moeite met slikken
  • overmatige langdurige slijmproductie
  • blijvend gevoel van brok in de keel
  • vermagering
  • vergrote, vaak pijnloze zwelling (klier) in de hals

Onderzoek en diagnostiek bij mondkeelholtekanker

Na het eerste gesprek met de arts-assistent of de specialist zal op de polikliniek ook onderzoek worden gedaan waarbij we de grootte en uitbreiding van de tumor bekijken. Ook zal er -indien nodig- onder lokale verdoving een stukje weefsel (biopt) worden afgenomen.

De arts bespreekt met u welke onderzoeken nodig zijn. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden:

  • foto van de kaak en tanden (orthopantomogram: OPT)
  • bloedonderzoek
  • röntgenfoto van de longen ( X-thorax )
  • echografie van de hals met daarbij eventueel punctie van vergrote halsklieren
  • schildwachtklierprocedure
  • CT - of MRI-scan van de mondkeelholte
  • onderzoek naar eventuele uitzaaiingen buiten het hoofd-halsgebied (PET/CT-scan)
  • onderzoek onder narcose (panendoscopie) waarbij de tumoruitbreiding kan worden beoordeeld. Meestal wordt hierbij een stukje weefsel (biopt) afgenomen. Ook wordt er gekeken of er geen eventuele andere afwijkingen of tumoren in het hoofd-halsgebied aanwezig zijn.

Behandeling bij mondkeelholtekanker

Kleine mondkeelholtetumoren zullen doorgaans bestraald (radiotherapie) worden.

Voor grotere mondkeelholtetumoren is de combinatiebehandeling met medicijnen en bestraling (chemo- en radiotherapie) vaak noodzakelijk. Soms voeren we eerst een operatie uit en krijgt u aanvullend (chemo-)radiotherapie.

Bij de behandeling kijken we steeds of er lymfklieruitzaaiingen in de hals zijn en kan het noodzakelijk zijn dat we de lymfklieren in de hals operatief verwijderen (halsklierdissectie) of bestralen.

Soms is het zo dat er geen genezing meer mogelijk is omdat de tumor te uitgebreid is of dat er tumoruitzaaiingen zijn in de rest van het lichaam. In deze gevallen is de (palliatieve) behandeling bedoeld om eventuele pijnklachten en andere ongemakken te bestrijden door de tumor terug te dringen en groei zo lang mogelijk tegen te gaan.

Nazorg

Tijdens en na de behandeling staat u steeds onder controle van uw behandelend arts. U kunt beperkingen ondervinden door de tumor zelf maar ook door de behandeling. We proberen altijd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Als er toch klachten optreden kunt u begeleiding krijgen om er wat aan te doen. Denkt u hierbij aan:

  • droge slijmvliezen als bijwerking van de radiotherapie waarvoor u hulp van de mondhygiëniste nodig heeft.
  • slikklachten waardoor het tijdelijk nodig kan zijn dat u aangepaste voeding gebruikt (drinkvoeding, sondevoeding via neusmaag- of PEG-sonde).
  • oedeem, pijn of functiebeperkingen van de hals en schouders waarvoor u (tijdelijk) fysiotherapie nodig heeft.
  • andere lichamelijke, psychische of sociale gevolgen (zoals slecht slapen, te veel piekeren, sombere stemming, relatieproblemen, financiële problemen, problemen op het werk) waarvoor u (tijdelijke) begeleiding door een gespecialiseerde verpleegkundige, maatschappelijk werker of psycholoog nodig heeft.

Elke donderdag is er op de polikliniek KNO een gespecialiseerde verpleegkundige aanwezig waar u met vragen terecht kunt.