Mieke Sjoerds wist dat er iets niet klopte. De bevalling ging best vlot, ondanks de inzet van de vacuümpomp, maar alles leek in orde. Toen de verloskundige Djevi nakeek, bleek zijn rechterarm niet mee te doen. Was die verlamd, gebroken? Een breuk leek het meest waarschijnlijk en die zou het beste op een natuurlijke wijze kunnen genezen – gips is een zware belasting voor zo'n klein lijfje. Maar dat verliep niet goed, dus toch in het gips. Na zes weken er weer uit, maar toen hield Djevi zijn rechterarm steeds achter zijn rug. Misschien gedraaid aangegroeid, zei men in het ziekenhuis. “Dat zal het dan wel wezen, zeiden mijn man en ik aanvankelijk tegen elkaar. Die artsen zullen het wel weten.” Maar iets voelde niet pluis, zei Mieke's moederhart. Dus gingen ze voor een second opinion naar VUmc.

Ruimte

In VUmc konden ze vlot terecht bij professor Hanneke de Vries. “Wat een bijzondere vrouw! Aan alles merk je dat het een rot is in het vak.” Zij opperde meteen dat het wel eens Erbse parese kon zijn: een beschadiging tijdens de geboorte van zenuwen die vanuit de nek naar de arm lopen. Ze belde meteen voor een kinderarts van het speciale Plexus team, het team dat zich focust op zenuwaandoeningen die zijn ontstaan tijdens de geboorte. Ondertussen richtte ze zich volledig op Djevi: hoe gaat het met het jongetje? Dat maak je toch zelden mee! Vaak is er helemaal geen ruimte voor een extra vraag, want tijd is geld – zo voelt dat vaak als patiënt. Maar daar was hier geen sprake van. Integendeel.”

"Iets voelde niet pluis"

Herstel

De kinderarts bevestigde de diagnose. Erbse parese komt voor bij 1 tot 3 op de 1000 geboortes, met name bij grote babies. Djevi was juist erg klein. De hoofdpersoon zelf, nu twee jaar ouder, laat van zich horen tijdens het gesprek. Hij wil in de thee roeren, zijn oudere broertje Ties rent door de kamer. Mieke zegt heel rustig: “Jongens dit gaat zo niet.”

De rust keert voor even terug. Djevi kon terecht op de poli voor nader onderzoek en ging twee keer in de week met de fysiotherapeut aan de slag. Mieke: “Je kunt een heleboel herstellen, als je maar zo snel mogelijk begint met oefenen.” Het resultaat is verbluffend. Djevi showt het onbedoeld: hij lepelt suiker naar binnen, onhandig maar wèl met zijn rechterhand. “Meestal eet hij met links. Bij het aankleden vindt hij het niet fijn zijn rechterarm in de mouw te steken. En waarschijnlijk krijgt hij het straks wat lastig met zwemmen, met schrijven. Maar we gaan positief de toekomst in.”

Voorbeeld

Mieke en haar man zijn enorm blij dat ze hebben doorgezet in hun zoektocht naar een juiste diagnose en behandeling. “Het is je kind, je alles. Daar wil je het allerbeste voor en dat hebben we gekregen. Dankzij het adequate handelen van professor De Vries kwam er goede medische hulp op gang voor Djevi. En, zei ze tegen me: als je nog een keer zwanger wilt raken, kom je hier voor de bevalling en dan komt het helemaal goed.” Mieke raakt er nog steeds ontroerd van. “Zo lief! En zo'n voorbeeld voor andere gynaecologen en verloskundigen!”

Dit verhaal is eerder verschenen in het digitale magazine VUmc in praktijk #11
Voor meer informatie, kunt u mailen naar inpraktijk@amsterdamumc.nl