Fysieke training geeft betere kwaliteit van leven voor mensen met kankerbehandeling
Patiënten die een fysiek trainingsprogramma tijdens en na de behandeling van kanker krijgen, hebben een betere kwaliteit van leven, meer uithoudingsvermogen en minder vermoeidheid vergeleken met patiënten die de training niet volgen. Dat concludeert Maike Sweegers, master bewegingswetenschappen, van Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam, afdeling Epidemiologie & Biostatistiek. Sweegers promoveert op maandag 6 mei bij Amsterdam UMC.
Sweegers komt tot die conclusie doordat ze de resultaten van 66 studies over beweging bij kankerbehandeling samenvatte. In die studies keek ze naar de effecten van trainingsprogramma’s en de daarbij ervaren vermoeidheid, het uithoudingsvermogen en kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling van kanker. Sweegers bekeek ook voor wie en wanneer een trainingsprogramma het meest effectief is. Want niet iedere patiënt heeft baat bij hetzelfde trainingsprogramma.
De promovenda onderzocht de fysieke activiteit en het zitgedrag van patiënten na de behandeling van kanker. Ook bekeek zij de fysieke activiteit van 1447 patiënten, met daarbij aandacht voor demografische en klinische kenmerken van patiënten die het risico lopen op een inactieve leefstijl. Deze informatie kan helpen om patiënten te identificeren die mogelijk veel voordeel hebben van een fysiek trainingsprogramma. Patiënten hebben na afloop van de behandeling van kanker vaak een laag uithoudingsvermogen. Activiteiten die in de gezonde populatie matig intensief zijn, kunnen voor patiënten na de behandeling van kanker relatief hoog intensief zijn. Met al deze informatie is het de bedoeling om trainingsprogramma’s gerichter aan te bieden aan patiënten.