Beter meten van hersenkrimp in de loop van de tijd

Gepubliceerd op: Mon Nov 30 10:00:00 CET 2020

Alexandra de Sitter Alexandra de Sitter

MRI-scans van mensen met MS worden met elkaar vergeleken om de hersenkrimp die optreedt bij de ziekte te kunnen volgen. Alexandra de Sitter toonde tijdens haar promotieonderzoek aan dat de software om die hersenkrimp te meten, niet goed werkt bij mensen met MS. Vervolgens ontwikkelde en testte zij een nieuwe software om hersenkrimp bij mensen met MS toch automatisch te kunnen meten. De Sitter promoveert op 4 december aan Amsterdam UMC, locatie VUmc.

Naast ontstekingen (laesies) in de witte stof (waar de zenuwbanen liggen) wordt MS gekenmerkt door krimp (atrofie) van de grijze delen van de hersenen (waar de zenuwcellen liggen). Atrofie wordt in verband gebracht met cognitieve klachten bij MS. Het goed meten van atrofie kan helpen bij zowel het begrijpen als het behandelen van MS. Het hebben van goedwerkende software is daarbij belangrijk, zodat de beelden over de tijd op een goede manier met elkaar vergeleken kunnen worden. De werking van bestaande automatische methoden is slechter bij MS, dan bij gezonde mensen, onder meer door de MS-gerelateerde laesies.

MS-SMART

De Sitter ontwikkelde met collega’s een nieuwe methode om atrofie in de grijze delen te meten. Deze MS specifieke automatische segmentatie methode (MS-SMART) is ontwikkeld voor de diepe grijze stof structuren. Dit zijn de hersengebieden die in het midden van de hersenen zitten, zoals de thalamus. Bij deze methode worden de scans vergeleken met data van mensen met MS in plaats van met gezonde controles, zoals bij de bestaande methodes. Uit haar onderzoek blijkt dat de MS-SMART methode beter werkt op MRI-scans van mensen met MS, dan de bestaande automatische segmentatie methodes.

Vervolg

De eerste stap naar het nauwkeuriger meten van atrofie in de diepe grijze stof structuren is met de MS-SMART methode gezet. De vervolgstap is om MS-SMART op grote data sets te testen van mensen die in de loop van de tijd vervolgd zijn (longitudinale data). Het uiteindelijke doel is om per individu met behulp van MS-SMART te kunnen aangeven in hoeverre de atrofie in de loop van de tijd toe- of afgenomen is.

Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door subsidies van TEVA Europe en het Nauta MS Research Travel Fellowship.

Gepubliceerd op: Mon Nov 30 10:00:00 CET 2020