Big data helpen ziekteverloop van MS te voorspellen

Gepubliceerd op: Thu Mar 17 10:32:00 CET 2022

Interview Menno Schoonheim: 'Onzekerheid verminderen is mijn doel'

Symptomen bij de hersenziekte multiple sclerose (MS) zijn zeer divers, bijvoorbeeld slechter zien, verminderde handfunctie, verlammingen van de benen of cognitieve problemen. Hoe bepaalde patronen van schade in het centrale zenuwstelsel leiden tot specifieke symptomen wordt in Amsterdam onderzocht. Menno Schoonheim, neurowetenschapper afdeling anatomie en neurowetenschappen, heeft zich als doel gesteld om op individueel niveau te kunnen voorspellen wat voor symptomen iemand zal krijgen. Hij gebruikt hiervoor de data afkomstig van MRI-scans.

Wilt u het onderzoek van Menno Schoonheim steunen? Doneer via Onderzoek in de etalage - VUmc Fonds

Het voorspellen van toekomstige symptomen bij mensen met MS is cruciaal vindt Schoonheim: “Als je een muzikant bent van beroep, zijn zeer precieze bewegingen van je hand heel erg belangrijk. Als vlak na het stellen van de diagnose MS bij een muzikant voorspeld wordt dat na tien jaar de handfunctie achteruit gaat, zal wellicht sneller de keuze gemaakt worden om eerder met een behandeling te beginnen dan bij een milder voorspeld beloop.” Een betrouwbare voorspelling van het ziekteverloop kan in de toekomst dus gevolgen hebben voor het voorschrijven van medicijnen, maar daarvoor is eerst dit onderzoek noodzakelijk.

Vroege schade is een voorspeller

Eerder MRI-onderzoek van Schoonheim en collega’s heeft laten zien dat klinische achteruitgang bij mensen met MS, zoals verminderd fysiek en cognitief functioneren, gerelateerd is aan vroege schade van specifieke hersengebieden. Schoonheim: “We hebben in onze eigen data gevonden dat hersenkrimp (atrofie) en een snelle fysieke achteruitgang vroeg in de ziekte voorspellers zijn voor fysieke beperkingen en verminderd cognitief functioneren 6 tot 11 jaar later. Ook blijkt uit een aantal recente internationale studies dat vroege en ernstigere schade in de hersenschors (buitenkant van de hersenen) en de thalamus (een belangrijke hersenstructuur) voorspellend is voor snellere achteruitgang. Met deze nieuwe inzichten is nu het moment om door te pakken.”

Samenwerken met andere centra

In Amsterdam wordt veel onderzoek gedaan naar het PrograMS Cohort. Dit zijn zo’n 350 mensen met MS die sinds 2004 gevolgd worden. De deelnemers hebben op verschillende momenten tijdens hun ziekte metingen gehad, waardoor het verloop van de ziekte goed onderzocht kan worden. Schoonheim: “Op basis van onze eigen data hebben we op groepsniveau al wel een voorzichtige voorspelling kunnen doen, maar we willen juist op individueel niveau kunnen voorspellen. Daarvoor hebben we veel meer MRI-data nodig. Dit gaan we realiseren door de komende jaren nauw samen te werken met een aantal grote buitenlandse MS centra, waaronder centra in Barcelona, Milaan en Londen.”

Het antwoord zit in de data

In de loop van 2022 zullen alle MRI-scans van de verschillende centra in Amsterdam zijn en kan het dataminen beginnen. Schoonheim: “Data van de verschillende centra samenbrengen is belangrijk om tot een model te komen dat overal ter wereld gebruikt kan worden. De data van de centra verschillen namelijk door het gebruik van andere MRI-scanners en door de verschillen tussen de groepen mensen die de centra volgen; mensen met nog maar kort de ziekte MS, of juist al heel lang.”

Berekeningen met zoveel ingewikkelde data gaan heel langzaam. Om het onderzoek te versnellen kan gebruik gemaakt worden van computers met heel veel rekenkracht. Schoonheim: “Computers met veel rekenkracht zijn cruciaal om te hebben binnen Amsterdam UMC. Niet alleen voor onderzoek naar MS, maar ook voor andere onderzoekers die zich bezig houden met het voorspellen van ziektebeloop, zoals bij Alzheimer en kanker.”

Meer informatie over doneren aan het MS Centrum Amsterdam mail naar bureaumscemtrum@amsterdamumc.nl

Gepubliceerd op: Thu Mar 17 10:32:00 CET 2022