Goede naleving richtlijnen voor zorg van patiënten met acuut coronair syndroom

Gepubliceerd op: Tue Mar 20 13:52:00 CET 2018

Joppe Tra onderzocht of de richtlijnen voor het behandelen van patiënten met een hartinfarct en instabiele hartkrampen (acuut coronair syndroom of kortweg ACS) in Nederland goed worden nageleefd. Het blijkt dat 80% van de patiënten binnen de aanbevolen 90 minuten na het eerste medische contact wordt gedotterd. Ook wordt de richtlijn om vijf standaard medicijnen voor te schrijven om herhaalde klachten te voorkomen bij 70% van de patiënten gehaald. Daarnaast heeft Tra gekeken naar de redenen waarom de richtlijnen niet altijd worden gevolgd en of er verschillen zijn tussen patiëntengroepen en ziekenhuizen. Tra concludeert dat de kwaliteit van zorg over het algemeen goed is en dat kwaliteitsverbetering zich vooral moet richten op de minder presterende ziekenhuizen en onder behandelde patiëntengroepen. Tra promoveert 20 maart bij VUmc.

De cardiologen in Nederland hebben afgesproken dat het handelen volgens de Europese richtlijnen in de zorg voor patiënten met een ACS wordt gezien als goede zorg. Tra onderzocht twee van deze richtlijnen: het binnen 90 minuten dotteren en het geven van de vijf medicijnen. Bij dotteren wordt het verstopte bloedvat door middel van een ballon weer opengemaakt, waardoor het bloed kan stromen. Hoe langer het bloedvat dicht is, hoe groter de hartschade en daarmee de kans om te overlijden. Daarnaast hebben alle patiënten met een ACS een verhoogde kans op herhaling hiervan; daarom krijgen ze vijf medicijnen mee naar huis, waaronder bloedverdunnende en bloeddrukverlagende medicijnen.

Dotterproces versnellen met meer vertrouwen in diagnose
Het blijkt dat 80% van de patiënten binnen de aanbevolen 90 minuten werd gedotterd. "Hiervoor hebben we gekeken naar de tijd tussen het eerste hartfilmpje, wat vaak in de ambulance wordt gemaakt, tot aan dat de patiënt werd gedotterd", vertelt Tra. Het blijkt dat er grote verschillen zijn in dit proces tussen ziekenhuizen. "Zo moest in het ene ziekenhuis het hartfilmpje vanuit de ambulance altijd naar het ziekenhuis worden gestuurd, zodat de arts-assistent of cardioloog kon controleren of het wel echt om een hartinfarct ging. In andere ziekenhuizen werd het ambulancepersoneel op hun woord geloofd en werd de patiënt direct naar het ziekenhuis gereden, waardoor deze sneller gedotterd kon worden."

Op basis van interviews heeft Tra vastgesteld wat zorgverleners als versnellend zien voor het dotterproces. Het vertrouwen in werkdiagnose en het vermijden van onnodige contacten tussen zorgverleners zou het dotterproces moeten versnellen volgens hen. "De informatie over de werkprocessen en de versnellende factoren heb ik in één model samengevat. Dit kunnen ziekenhuizen gebruiken om kritisch naar hun eigen zorgproces te kijken", vertelt Tra.

Variatie tussen ziekenhuizen in voorschrijven van preventieve medicatie
Daarnaast toonde Tra aan dat ongeveer 70% van de patiënten alle vijf medicijnen mee naar huis krijgt, óf dat er een reden wordt gegeven waarom één of meer medicijnen juist niet werden gegeven. "Er zijn wel grote verschillen tussen ziekenhuizen in het mee naar huis krijgen van medicijnen, van 42% in het laagst scorende ziekenhuis tot 87% in het hoogst scorende ziekenhuis." Ook zijn er verschillen tussen patiëntengroepen. "Daarom kunnen verbeterprogramma's zich richten op de ziekenhuizen of patiëntengroepen waar het minder goed gaat", aldus Tra. Meer onderzoek is nodig naar de redenen voor de grote variatie in het voorschrijven van de medicatie.

Gebruik van patiënteninformatie voor kwaliteitsverbetering kan efficiënter
Tra concludeert dat de zorg voor patiënten met een ACS goed geregeld is, maar dat er ook ruimte is voor verbetering. Tijdens zijn onderzoek merkte Tra dat de informatiesystemen die gebruikt worden om relevante informatie voor kwaliteitsverbetering vast te leggen niet optimaal werken. Er moet veel worden geregistreerd, maar er wordt weinig met deze informatie gedaan. Daarnaast brengt het noteren van veel informatie een grote administratieve last met zich mee. "Door kritisch te zijn op wat zorgverleners moeten registeren en meer te doen met wat wel geregistreerd wordt, kan de kostbare tijd van zorgverleners efficiënter gebruikt worden."

Promovendus: J. Tra
Titel proefschrif: Measuring the quality of care for patients with acute coronary syndromes: a process approach
Promotor: prof.dr. C. Wagner
Copromotoren: dr. I. van der Wulp, prof.dr. M.C. de Bruijne
Proefschrift:VU-DARE

bron: Promotie

Gepubliceerd op: Tue Mar 20 13:52:00 CET 2018