Mate chroniciteit van de obsessieve-compulsieve stoornis
Henny Visser promoveert op woensdag 2 november op haar onderzoek naar chroniciteit van en nieuwe behandeling voor de obsessieve-compulsieve stoornis. Zij is werkzaam bij het Marina de Wolf-Centrum, het expertisecentrum voor angst- en dwangstoornissen van GGz Centraal.
Zij wil met haar onderzoek een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de best mogelijke behandeling voor de obsessieve-compulsieve stoornis (OCS).
OCS komt bij ongeveer 2% van de wereldbevolking voor en zorgt vaak voor grote problemen bij het uitvoeren van sociale taken en in het functioneren op de arbeidsmarkt. Ondanks beschikbaarheid van bewezen effectieve behandelingen heeft OCS vaak een chronisch beloop.
In haar onderzoek heeft Henny gekeken naar de mate waarin chroniciteit van OCS voorkomt en naar afwijkende factoren bij chronische OCS in vergelijking met niet-chronische OCS. Daarnaast onderzocht ze de relatie tussen nare jeugdervaringen en de ernst en chroniciteit van OCS. Ook wijdde ze een deel van haar onderzoek aan ziekte-inzicht bij patiënten met OCS en aan de effectiviteit van Interference Based Approach (IBA). IBA is een relatief nieuwe behandeling die speciaal ontwikkeld is voor patiënten met gering inzicht. Zie meer informatie over deze therapie.
Resultaten laten zien dat chronische OCS onder meer geassocieerd is met ernstigere symptomen en een vroegere ontstaansleeftijd van OCS. Nare jeugdervaringen lijken geen rol te spelen als het gaat om de ernst en chroniciteit van de klachten. Gering inzicht daarentegen bleek een negatieve impact op de prognose van OCS te hebben. Voor patiënten met slecht inzicht zou IBA meer effect kunnen hebben dan cognitieve gedragstherapie.
Promovendus: H.A.D. Visser
Titel proefschrift: Obsessive-Compulsive Disorder; Unresolved Issues, Poor Insight and Psychological Treatment
Promotor: prof.dr. A.J.L.M. van Balkom
Copromotoren: dr. H.J.G.M. van Megen, prof.dr. P.C. van Oppen
Proefschrift:VU-DARE