Meer inzicht in veel voorkomende erfelijke hartziekte

Gepubliceerd op: Wed Nov 12 11:49:00 CET 2014

Een erfelijke hartziekte (die op termijn tot hartfalen leidt) zorgt al voor een verslechterde pompfunctie op een moment dat de patiënt nog geen symptomen heeft. Dat laat Rosalie Witjas met haar promotieonderzoek als eerste zien. Witjas promoveert 12 november bij VUmc.

In Nederland lijden ongeveer 40.000 mensen aan de erfelijke hartziekte hypertrofische cardiomyopathie, waarbij een verdikking van de linker hartkamer optreedt. Symptomen zijn pijn op de borst, hartritmestoornissen en moeite met sporten. Bij sommige patiënten worden deze symptomen langzaam erger; bij anderen treedt schijnbaar vanuit het niets een hartstilstand op. "Maar ze hebben met elkaar gemeen dat de ziekte onherroepelijk eindigt met hartfalen", zegt Rosalie Witjas, die promotieonderzoek deed bij VUmc. Bij jongvolwassenen en sporters is de ziekte de meest voorkomende oorzaak van plotse hartdood. Wordt de ziekte bij iemand geconstateerd, dan kunnen familieleden van de patiënt in Nederland een genetische screening krijgen. Daarbij wordt op basis van een DNA-analyse vastgesteld of zij ook drager zijn van één van de 1.300 bekende genetische mutaties die samenhangen met de ziekte.

Samentrekken en ontspannen
In een gezonde hartspier liggen de sarcomeren (de kleinste eenheden die nog spiergedrag vertonen) netjes parallel georiënteerd. Alle sarcomeren samen zorgen voor het samentrekken en ontspannen van de spier, zodat het hart het bloed soepel rondpompt. "Bij een zieke hartspier wijzen die spierelementjes kriskras alle kanten op", legt Witjas uit. Geen wonder dus dat de hartspier niet goed functioneert. Het grote raadsel is echter hoe deze ziekte op celniveau samenhangt met de genoemde 1.300 genetische mutaties. Mede hierdoor zijn er nog geen gerichte medicijnen voor de ziekte. Patiënten krijgen algemene medicijnen tegen hartfalen voorgeschreven, maar die pakken slechts de symptomen van de ziekte aan. Witjas: "Vaak dragen patiënten een inwendige defibrillator, maar ook dat is slechts symptoombestrijding."

Afgenomen efficiëntie hartspier
Om de symptomen van de ziekte te verlichten, ondergaan sommige patiënten een operatie waarbij een deel van het verdikte weefsel wordt verwijderd. Witjas heeft in het laboratorium aan dergelijk weefsel metingen gedaan, waaruit duidelijk bleek dat de efficiëntie van de hartspier in een later stadium van de ziekte was afgenomen.

Pompfunctie van het hart
Ook bracht Witjas met PET- en MRI-beelden het functioneren van het hart van een patiënt in beeld. Witjas: "Met MRI bepalen we de pompfunctie, ofwel hoe goed het bloed wordt rondgepompt. Met PET meten we het zuurstofverbruik, dus hoeveel energie het hart gebruikt voor dat pompen."Zo ontdekte ze dat de efficiëntie ook al in een vroeg stadium van de ziekte afneemt, wanneer de patiënt nog geen symptomen heeft. "Het lichaam compenseert dan nog voor de verlaagde pompfunctie, maar op een gegeven moment houdt dat op."Een gericht medicijn zou dan ook idealiter in deze vroege fase van de ziekte moeten worden toegediend, bepleit Witjas. Er lopen (buiten VUmc) klinische studies naar een dergelijk medicijn, maar het kan nog jaren duren voordat ze beschikbaar zijn voor patiënten. 

Uit het promotieonderzoek van Witjas blijkt verder dat zowel de structurele veranderingen op celniveau als de genetische mutatie een negatief effect hebben op het functioneren van de spierelementjes en daarmee op de pompfunctie van het hart.

Promovendus:  E.R. Witjas-Paalberends
Titel proefschrift: Familial hypertrophic cardiomyopathy: An energetic story about cellular remodeling and sarcomere function
Promotoren:  prof.dr. J. van der Velden, prof.dr. G.J.M. Stienen 
Proefschrift: VU-DARE

Bron: Promotie

Gepubliceerd op: Wed Nov 12 11:49:00 CET 2014