Promotie Eva Krijnen: Nieuwe inzichten in cognitieve achteruitgang bij MS
Cognitieve problemen behoren tot de meest ingrijpende gevolgen van multiple sclerose (MS) en hebben een grote impact op het dagelijks leven van patiënten. Toch is het vroegtijdig herkennen van wie risico loopt op cognitieve achteruitgang een grote uitdaging. Het promotieonderzoek van Eva Krijnen, uitgevoerd aan twee internationaal toonaangevende centra, brengt hierin verandering door het “verborgen deel van de ijsberg” bij MS zichtbaar te maken. Eva promoveert op donderdag 2 oktober bij Amsterdam UMC.
Belangrijkste bevindingen: schade buiten zichtbare laesies in de hersenschors cruciaal

Krijnen’s onderzoek laat zien dat naast lokale ontstekingen (‘laesies’) in de buitenste laag van de hersenen (hersenschors), subtiele schade (op het niveau van de zenuwcellen en nu uitlopers) buiten zichtbare laesies een belangrijke rol speelt bij cognitieve achteruitgang. Met behulp van geavanceerde MRI-technieken werd aangetoond dat schade buiten de zichtbare laesies in de hersenschors zelfs sterker samenhangt met cognitieve stoornissen dan de laesies zelf. Hersenkrimp lijkt hierin een belangrijke schakel tussen laesies in de hersenschors en het ontstaan van toekomstige cognitieve problemen. De schade aan de hersenschors is vooral uitgesproken in hersengebieden die essentieel zijn voor het dagelijks functioneren en betrokken zijn bij aandacht, geheugen en informatieverwerking. Opvallend is dat na verloop van tijd deze schade niet op elke cognitieve functie evenveel invloed heeft. Naast het monitoren van het algehele denkvermogen is het daarom belangrijk om verschillende cognitieve vaardigheden afzonderlijk te bestuderen.
Innovatieve methoden en betrokkenheid van patiënten
Krijnen gebruikte tijdens haar promotieonderzoek gegevens van verschillende patiëntengroepen (cohorten) uit Amsterdam en Boston. In het Amsterdam MS cohort analyseerde ze de gegevens van meer dan 300 mensen met MS. Deze zijn deelnemers komen om de vijf jaar langskomen voor MRI-scans, bloedafname, vragenlijsten en uitgebreide neuropsychologische tests. Door de MRI-scan gegevens te combineren met de neuropsychologische testen kon ze de relatie tussen laesies, subtiele schade aan de hersenschors en cognitieve prestaties onderzoeken. In het Massachusetts General Hospital, Boston, werkte ze met gegevens van een kleiner cohort, gescand op een nieuwe zeer geavanceerde MRI-scanner. Met geavanceerde MRI-technieken toegespitst om de schade aan de hersenschors op micro-structureel niveau in kaart te brengen, vond Krijnen aanwijzingen voor een verlies van zenuwcellen en hun uitlopers in zowel gebieden mét als zonder zichtbare laesies. Deze bevindingen onderstrepen het belang van het meten en monitoren van laesies en subtiele schade in de hersenschors voor het voorspellen van cognitieve achteruitgang.
Vervolgonderzoek en toekomstperspectief
Het promotieonderzoek van Eva Krijnen vormt een belangrijke basis voor vervolgonderzoek. Een van de volgende stappen is het verder ontwikkelen van MRI-technieken die ook in de dagelijkse zorg gebruikt kunnen worden om schade aan de hersenschors optimaal weer te geven. Daarnaast wordt onderzocht waarom MS-laesies en hersenkrimp over de tijd samenhangen met toekomstige cognitieve stoornissen. Wat is de rol van hersennetwerken in de kwetsbaarheid van specifieke functies voor een bepaalde type schade? En zijn medicijnen die specifiek gericht zijn op het tegengaan van schade aan de hersenschors effectief om cognitieve achteruitgang te stoppen?
Bijzondere samenwerking en financiering
Het proefschrift van Eva Krijnen onderscheidt zich door de combinatie van meerdere geavanceerde (artificiële) beeldvormingstechnieken en longitudinaal onderzoek, uitgevoerd in internationale topcentra. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een VIDI-beurs van dr. Menno Schoonheim, een reisbeurs van Stichting MS Research voor Eva voor een werkbezoek aan Boston, en diverse Amerikaanse subsidies vanuit het Massachusetts General Hospital.
Met haar promotieonderzoek heeft Eva Krijnen een belangrijke bijdrage geleverd aan het beter begrijpen en voorspellen van cognitieve achteruitgang bij MS. Haar werk biedt nieuwe aanknopingspunten voor de behandeling en monitoring van mensen met MS, en brengt de wetenschap een stap dichter bij het voorkomen van onomkeerbare schade en het verbeteren van de kwaliteit van leven voor deze patiëntengroep.
Link naar proefschrift
The Iceberg Revealed: Visualizing the Impact of Cortical Pathology on Cognitive Impairment in Multiple Sclerosis - Vrije Universiteit Amsterdam