Promotie Maureen van Dam: cognitieve problemen bij MS beter in beeld

Gepubliceerd op: Mon Oct 20 10:45:00 CEST 2025

    Op woensdag 22 oktober promoveert Maureen van Dam aan de Universiteit Leiden op haar onderzoek naar cognitieve stoornissen bij mensen met multiple sclerose (MS). Het onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met het MS Centrum Amsterdam (Amsterdam UMC), biedt nieuwe inzichten in het herkennen en begrijpen van cognitieve problemen bij MS en opent de deur naar beter erkennen en bespreekbaar maken van deze problemen. Hierdoor verbetert de ondersteuning en behandeling.

    Onzichtbare klachten beter zichtbaar maken

    Cognitieve stoornissen komen veel voor bij MS, maar blijven vaak onzichtbaar en moeilijk meetbaar. Mensen met MS merken bijvoorbeeld dat ze trager denken, sneller afgeleid zijn of moeite hebben om informatie vast te houden, terwijl standaardtesten soms nog ‘normaal’ uitvallen.
    Ook is het niet goed bekend waarom de ene persoon met MS wel cognitieve achteruitgang ervaart en de ander niet. “We wilden begrijpen wat er schuilgaat achter deze onzichtbare klachten”, vertelt van Dam “en manieren vinden om ze eerder, nauwkeuriger en betekenisvoller te herkennen.”

    Een veelzijdige blik op cognitieve stoornissen
    In haar promotieonderzoek combineerde Van Dam en haar collega’s hersenscans, bloedonderzoek, cognitieve testen en ervaringen van mensen met MS zelf. Deze brede aanpak maakte het mogelijk om verschillende bronnen van informatie met elkaar te verbinden en zo een vollediger beeld te krijgen van cognitieve stoornissen.
    Een belangrijke bevinding was dat hogere waarden van het eiwit neurofilament light (NfL) in het bloed samenhangen met verminderde cognitieve prestaties. Door NfL-waarden te combineren met MRI-metingen kon beter worden onderscheiden wie cognitieve stoornissen had en wie niet. Daarnaast bleek dat hersennetwerken bij mensen met cognitieve stoornissen minder flexibel zijn georganiseerd: hersengebieden zijn sterker met elkaar verbonden, maar daardoor minder goed in staat om alternatieve routes te gebruiken bij schade. Dat helpt te verklaren waarom hersenschade, testresultaten en ervaren klachten niet altijd met elkaar overeenkomen.

    Zes profielen, zes manieren van denken
    Het onderzoek bracht verder aan het licht dat cognitieve achteruitgang bij MS niet één vast patroon volgt, maar dat er zes verschillende profielen zijn. De snelheid van informatieverwerking bleek de meest aangedane functie en de beste voorspeller of iemand een cognitieve stoornis had of niet. Het visueel-ruimtelijk geheugen daarentegen was minder vaak aangedaan, maar juist belangrijk om de verschillende profielen van elkaar te onderscheiden. Deze resultaten laten zien dat cognitieve stoornissen bij MS zich op uiteenlopende manieren kunnen uiten en dat maatwerk in diagnostiek en begeleiding belangrijk is.

    Van testkamer naar dagelijks leven
    Samen met mensen met MS ontwikkelde Van Dam de MS-IADL-Q: een vragenlijst die in kaart brengt hoe cognitieve problemen doorwerken in het dagelijks leven, los van lichamelijke beperkingen.
    De lijst maakt zichtbaar op welke vlakken cognitieve stoornissen merkbaar zijn, bijvoorbeeld bij taken die veel denkvermogen vragen (zoals multitasken, plannen van dagelijkse activiteiten of autorijden). De volgende stap is om beter te begrijpen hoe cognitieve profielen zich ontwikkelen en wat mensen helpt om veerkrachtig te blijven. Dat vraagt om samenwerking tussen onderzoekers, clinici en mensen met MS zelf — zodat wetenschap en dagelijks leven dichter bij elkaar komen.

    Proefschrift
    [link volgt]

    Het onderzoek van Maureen van Dam werd mogelijk gemaakt door Bristol Myers Squib. Promotor Hanneke Hulst en co-promotor Menno Schoonheim.

    Gepubliceerd op: Mon Oct 20 10:45:00 CEST 2025