Voorkómen van ondervoeding belangrijk bij kanker
Patiënten met een vergevorderd stadium van kanker hebben een verhoogd risico op ondervoeding. Wanneer sprake is van een verminderde eetlust, verlies van lichaamsgewicht en verlies van spiermassa bij de patiënt, als gevolg van veranderingen in de stofwisseling door de tumor, wordt ondervoeding ook wel cachexie genoemd. Cachexie is lastig te herkennen in de praktijk, onder andere omdat er nog geen goede methode bestaat om cachexie eenduidig vast te stellen. Susanne Blauwhoff-Buskermolen deed onderzoek naar cachexie en promoveert op 24 november bij VUmc.
Blauwhoff bestudeerde de waarde van het meten van spiermassa en eetlust en leverde een bijdrage aan het verbeteren van de methode om cachexie vast te stellen. Uit het onderzoek bleek ook dat patiënten met veel verlies van spiermassa mogelijk een slechtere uitkomst van de behandeling hebben. Door in de toekomst cachexie eerder op te sporen en sneller met een behandeling te starten hopen de onderzoekers dit te verbeteren.
Op dit moment loopt in VUmc en in vier andere ziekenhuizen een vervolgstudie waarbij de onderzoekers bestuderen of vroeg ingrijpen kan helpen gewichtsverlies en verlies van spiermassa te voorkomen. De hoop is dat het behoud van spiermassa resulteert in minder bijwerkingen van de chemotherapie zodat patiënten beter kunnen worden behandeld en ook een betere kwaliteit van leven hebben. Dit onderzoek wordt ondersteund door KWF Kankerbestrijding.
Susanne Blauwhoff pleit voor een vroege begeleiding van de patiënt door een diëtist in het vaak multidisciplinaire behandelteam: "Een diëtist heeft specifieke deskundigheid op het gebied van cachexie en kan inspelen op specifieke klachten en smaakvoorkeuren van patiënten. Met begeleiding van een diëtist kan het optreden van cachexie mogelijk uitgesteld of afgewend worden."
Promovendus: S. Blauwhoff-Buskermolen
Titel proefschrift: Diagnosis and clinical consequences of cachexia in patients with advanced cancer
Promotor: prof.dr. H.M.W. Verheul
Copromotoren: dr. M.A.E. de van der Schueren, dr. J.A.E. Langius
Proefschrift:VU-DARE