Wie maken de Academische Werkplaats Jeugd en Gezondheid? Een interview met Lucy Smit

De AWJG is een netwerk. Alle organisaties hebben een (lokaal) coördinator. De lokaal coördinator vormt de schakel tussen de JGZ-organisatie en Amsterdam UMC. We stellen ze om de beurt aan je voor. Deze keer: Lucy Smit, lokaal coördinator bij Jeugdgezondheidszorg Kennemerland.

‘Wij vinden een hoge kwaliteit van de zorg die wij leveren heel belangrijk. Daar horen een wetenschappelijke manier van denken en een actieve rol in onderzoek bij.’

Foto van Lucy Smit

Wat doe je als lokaal coördinator?

‘Als lokaal coördinator heb ik de afgelopen twee jaar bij JGZ Kennemerland een onderzoeksteam gevormd met jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en CB-assistenten. We bespreken onderzoeksvragen met dit team: willen we meedoen? In welke vorm dan? Plaatsen we alleen een berichtje voor medewerkers of voor ouders, zodat zij zelf kunnen beslissen om mee te doen? Of zetten we een heel nieuw onderzoek zelf op touw, met data uit ons digitaal dossier of met nieuwe data, inclusief speciaal daarvoor aangepaste metingen of vragen? Omgekeerd bespreken we onderzoeksideeën vanuit de praktijk. Het fijne is dat we weten dat we ook altijd samen met AWJG-coördinator Mariëtte of de andere lokaal coördinatoren kunnen optrekken: is dit iets voor de AW? Kunnen we subsidie aanvragen bij bijvoorbeeld ZonMw? Voor iedereen geschikte ideeën proberen we uit te werken binnen de AW en in gezamenlijkheid uit te voeren.

In mijn eigen werk probeer ik wetenschappelijk te denken en wetenschap mee te nemen in dagelijkse keuzes. Daarnaast ben ik opleider: ik begeleid AIOS tijdens hun vervolgopleiding. Onderzoek doen is daar een onderdeel van. We bieden ook elk jaar studenten een stageplek aan om een onderzoeksvragen te bedenken en beantwoorden. Die studenten doen hele waardevolle onderzoeken, zoals dit jaar over het bereik van de maternale kinkhoestvaccinaties. De resultaten daarvan hebben we besproken met verloskundigen en gemeenten. We hebben een interventie bedacht om het bereik op te krikken gebaseerd op de uitkomsten van dit onderzoek. Een heel actueel onderwerp.’

Waarom is JGZ Kennemerland onderdeel van de AWJG?

‘Wij vinden het heel belangrijk om jeugdgezondheidszorg van een hoge kwaliteit te leveren. Daarbij hoort dat je je regelmatig afvraagt: doen we nog het goede? Zijn er nieuwe manieren? Dat wat we doen, doen we dat goed genoeg? Dat zijn vragen die je kunt onderzoeken. Daarom doen we mee aan onderzoek. We willen meegaan met de tijd door zorgvernieuwing, onderwijs en onderzoek. Dat doen we zelf, maar ook in samenwerking in de Academische Werkplaats.

Binnen de AWJG kun je veel van elkaar dingen leren; je hoeft het niet alleen te doen. Wij hebben in huis niet alle expertise die de academie kan bieden, maar wij hebben wel een goudmijn aan data. Een vraag vanuit de professionals kunnen we binnen de AWJG aanpakken met expertise van onderzoekers van Amsterdam UMC. En andersom ook: jeugdgezondheidszorg wordt niet bedreven aan de universiteit, de JGZ is daar niet. Dus om de gezondheid van de jeugd te onderzoeken, moet de universiteit met ons samenwerken.

JGZ Kennemerland doet al vanaf het prille begin in 2006 mee in de Academische Werkplaats. Wij gaan ook vol voor deze betrokkenheid. We vinden het belangrijk onze collega’s te betrekken, ook nieuwe collega’s. Daar moet je in blijven investeren, dat is niet eenmalig. Net als studenten betrekken bij het werkveld. Daarmee investeren wij duurzaam in de kwaliteit en menskracht van de JGZ.’

Kansen voor de AWJG

Eén van de kansen die ik zie is om samen met alle partners kleinere vragen te onderzoeken: relevante vragen vanuit de praktijk die met een kortlopend onderzoek snel te beantwoorden zijn. Dat is niet zo makkelijk als het misschien lijkt. Alle partners in de AW zijn en werken nogal verschillend.

Ik zou ook graag meer onderzoek zien bij 0-4-jarigen. We weten dat een goed begin veel uitmaakt voor de rest van je leven. Een kansrijke start in de eerste 1000 dagen. Dan probeer je kinderen meer te laten bewegen, gezonder te laten leven en zo. Ik wil niet dat kinderen te dik of motorisch onhandig worden, of andere vermijdbare gezondheidsproblemen krijgen. Ik wil het voorkómen - investeren en onderzoek doen naar echte preventie.’