Spasticiteit en spierfunctie (REFLEXIONING project)

Kinderen met spastische parese ervaren spasticiteit en stijfheid in hun spieren, dit kan gewrichtsbeweging beperken. De relatieve bijdrage van spasticiteit en stijfheid aan gewrichtsbeweging beperking is onbekend. Door het gebruik van een robot, die bewegingen op het enkelgewricht uitvoert, proberen we het onderscheid tussen spasticiteit en stijfheid te kwantificeren. Het kwantificeren van het onderscheid is belangrijk voor het bepalen van de geschikte behandeling.  Verschillende behandelingen richten zich namelijk óf op stijfheid óf op spasticiteit. Als we meer begrip hebben van de bijdragen van spasticiteit en stijfheid aan de beperkingen van gewrichtsbeweging, kunnen we de kinderen met spastische parese beter en meer gericht behandelen.

Beperkingen in de gewrichtsbeweging zullen anders ervaren worden als het gewricht passief wordt bewogen door een externe of als er zelf actief met het gewricht wordt bewogen. Door verschillende oefeningen uit te voeren in de robot, proberen we de bijdrage van spasticiteit en stijfheid die de gewrichtsbeweging stoort, zowel in passieve als actieve spieren te kwantificeren. Dit kan ons helpen om de dagelijkse functie van de patiënt te verbeteren door de juiste behandelingen toe te passen op de beperkingen in de gewrichtsbeweging.

Spieren visualiseren

Behandelingen voor beperkingen in de gewrichtsbeweging bij kinderen met spastische parese worden voornamelijk direct op het spierniveau gegeven. Deze behandelingen richten zich op de spierspasticiteit en -stijfheid. Echter, we weten niet wat voor korte en lange termijneffecten deze behandelingen hebben op de spieren van kinderen met spastische parese. Met gebruik van echografie gecombineerd met bewegingsanalyse maken we 3D beelden van de spieren en pezen om hun eigenschappen (grote en lengte) beter te begrijpen. Hiernaast kan het effect van behandelingen op spierniveau beter worden onderzocht. Bovendien willen we meer kennis vergaren over wat de eigenschappen van de spier zijn die bijdragen aan spasticiteit en stijfheid bij kinderen met spastische parese. Hiervoor worden de echografie en bewegingsanalyse ook gebruikt om de spiervezels te visualiseren tijdens het lopen op een loopband.